Autisme is een hersenaandoening die begint in de vroege kindertijd, meestal binnen de eerste drie levensjaren, en blijft bestaan gedurende de hele volwassenheid. Het beïnvloedt cruciale gebieden van de ontwikkeling en vertoont de volgende symptomen zoals:
– leerproblemen, d.w.z. hij/zij mist het vermogen om inductief te leren van omringende gebeurtenissen,
communicatie- of spraakproblemen,
– moeilijkheden in de omgang met mensen, gekenmerkt door een gebrek aan bewustzijn van de gevoelens van anderen, onverschillig tegenover ouders
– gebrek aan sociale interactie,
– korte aandacht spanne,
– geen creatief of fantasierijk spel vertonen,
– handelingen uitvoeren die vaak repetitief en onveranderlijk zijn, zoals draaien met voorwerpen of schommelen,
– extreem reageren op veranderingen in de directe omgeving.
Autistische kinderen lijken het vermogen te missen om dingen vanuit het perspectief van een ander te zien, een gedrag dat exclusief wordt genoemd voor mensen ouder dan vijf jaar en mogelijk bij sommige primaten.
Autistische kenmerken blijven bestaan op volwassen leeftijd, maar variëren in ernst. Sommige volwassenen met autisme doen het goed, halen een universitair diploma en leven zelfstandig. Anderen ontwikkelen nooit de vaardigheden voor het dagelijks leven en kunnen ten onrechte gediagnosticeerd worden met verschillende psychiatrische ziekten.
Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis met een onbekende oorsprong. Het is een bioneurologische stoornis en geen geestesziekte, die het functioneren van de hersenen beïnvloedt. Sommige theorieën suggereren dat het kan worden veroorzaakt door genetica, virale en/of chemische blootstelling tijdens de zwangerschap. De diagnose is gebaseerd op een lijst met psychiatrische criteria en er worden ook een reeks gestandaardiseerde klinische tests gebruikt.
Verrassend genoeg kunnen sommige autistische individuen uitzonderlijk goed zijn in bepaalde mentale manipulaties zoals rekenen, muziek, tekenen enz.
Met intensieve therapie, oefening en scholing kunnen sommige kinderen met de diagnose autisme hun sociale en andere vaardigheden zodanig verbeteren dat ze volledig kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs en sociale evenementen, maar er zijn geen aanwijzingen dat genezing van autisme mogelijk is met de huidige technologie of vooruitgang in de geneeskunde.
Het syndroom van Asperger en het syndroom van ontwikkelingsachterstand zijn twee van de verwante categorieën van autisme. Deze syndromen bestaan vanwege problemen met het hersencircuit.
Een belangrijke indicator voor artsen die een goede beoordeling van autisme maken, is het zoeken naar symptomen die gevonden worden bij ‘sensorische integratiestoornissen’. Kinderen vertonen dan problemen zoals overgevoeligheid of onder-reactiviteit voor aanrakingen, beweging, beelden of geluiden; fysieke onhandigheid; slecht lichaamsbewustzijn; de neiging om snel afgeleid te zijn; impulsief fysiek of verbaal gedrag; een activiteitenniveau dat ongewoon hoog of laag is; niet tot rust komen of zichzelf kalmeren; moeite met het leren van nieuwe bewegingen; moeite met het maken van overgangen van de ene situatie naar de andere. Autistische mensen kunnen moeite hebben om de stem van bepaalde mensen te horen, zelfs als die van anderen luider is dan normaal.